Elke woensdag geopend van 13:00 tot 16:00

Oud Nederlandse kinderspellen

Kinderen brachten vroeger hun vrije tijd heel anders door dan tegenwoordig.

Er waren geen smartphones, computers of sociale media, dus hun activiteiten waren vooral fysiek, creatief en vaak buitenshuis. Wat kinderen precies deden, hing af van de tijdsperiode, de regio en of ze op het platteland of in de stad woonden. Hier zijn enkele voorbeelden van hoe kinderen vroeger hun vrije tijd doorbrachten:

1. Buiten spelen

      • Straatspelen: Denk aan spelletjes zoals hinkelen, tikkertje, verstoppertje, knikkeren, elastieken, steltlopen en hoepelen.

      • Op het platteland: Kinderen hielpen vaak mee op het land of bij de dieren, maar hadden ook tijd om in de natuur te spelen – hutten bouwen, vissen, slootje springen.

      • Winterpret: Schaatsen op bevroren sloten en sneeuwballengevechten waren populaire winteractiviteiten.

2. Spelletjes en speelgoed

      • Zelfgemaakt speelgoed: Veel kinderen maakten hun eigen speelgoed van hout, touw of blikken. Bijvoorbeeld houten karretjes of poppen van lapjes stof.

      • Bordspellen en kaartspellen: Ganzenbord, domino, of simpel kaartspelen met ouders of broers/zussen.

3. Creatieve bezigheden

      • Tekenen en knutselen: Met potlood, krijt of restmateriaal.

      • Zingen en verhalen vertellen: Vooral in gezinnen zonder radio of tv was dit een populaire avondactiviteit.

      • Toneelstukjes spelen: Vooral populair in grotere gezinnen of op school.

4. Lezen (voor wie dat kon)

      • Vooral in de 20e eeuw werd lezen een vrijetijdsbesteding. Denk aan boeken van Annie M.G. Schmidt, sprookjes of schoolboekjes.

      • Voor die tijd werd er vaak voorgelezen door ouders of grootouders.

5. Kerk en gemeenschap

      • Op zondag naar de kerk was voor veel kinderen standaard.

      • Ze deden ook mee aan activiteiten via jeugdgroepen, padvinderij of kerkelijke bijeenkomsten.

6. Werk en verantwoordelijkheden

      • Vrije tijd was niet altijd vanzelfsprekend. In arbeidersgezinnen of op boerderijen hielpen kinderen vaak met klusjes of oppassen op jongere broertjes en zusjes.

      • In de 19e eeuw en begin 20e eeuw werkten veel kinderen ook naast school (of zelfs in plaats van school)