Elke woensdag geopend van 13:00 tot 16:00

De schillenboer

De recycler van het dagelijks leven. In een tijdperk vóór grootschalige afvalverwerking en georganiseerde recyclingprogramma’s, was de schillenboer een alledaagse en onmisbare verschijning in de Nederlandse steden en dorpen.
Zijn dagelijkse of wekelijkse ronde was een essentieel onderdeel van de huishoudelijke logistiek en een vroeg voorbeeld van recycling op lokaal niveau. Hij was de schakel tussen de etensresten van de burger en de maag van het varken.
1. Wat deed de Schillenboer?
De schillenboer verzamelde etensresten en ander organisch afval van huishoudens en soms ook van restaurants of kleine bedrijven. Zijn primaire doel was niet zozeer afvalverwerking, maar het verkrijgen van varkensvoer. In die tijd werden varkens vaak gevoed met dit soort “keukenafval”, dat rijk was aan voedingsstoffen. Door dit te verzamelen, voorzag de schillenboer in een bron van goedkoop voer voor zijn eigen varkens, of verkocht hij het door aan boeren.
2. De Dagelijkse Werkzaamheden en Route
Het werk van de schillenboer was repetitief, fysiek zwaar en vaak geurig:
* De Ronde:
De schillenboer had een vaste route die hij met regelmaat aflegde, vaak op specifieke dagen van de week. Hij was een bekend gezicht in de wijk.
* Het Voertuig:
Hij trok zijn kar door de straten, vaak een handkar, een bakfiets of, later, een kleine bestelwagen of een kar getrokken door een pony of paard. Op deze kar stonden grote, open tonnen of emmers waarin de verzamelde schillen werden gedeponeerd.
* De Roep:
Zijn komst werd vaak aangekondigd met een kenmerkende roep, zoals “Schillenboer!” of “Oude rommel!” Soms gebruikte hij een bel of een toeter om de aandacht te trekken van de huisvrouwen.
* Ophalen aan de Deur: Wanneer hij stopte, kwamen huisvrouwen met hun emmers of pannen vol aardappelschillen, broodresten, groenteafval en ander organisch materiaal naar buiten. De schillenboer kiepte de inhoud in zijn grote tonnen.
* Betaling (soms):
Soms betaalde de schillenboer een kleine vergoeding voor de schillen, afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit. Vaker werd er echter niet betaald en was de dienst gratis, of kregen de gezinnen er een klein voordeel voor terug, zoals een eitje of een stukje varkensvlees (als hij zelf varkens hield). In ruil voor het afval konden klanten soms ook producten van de boer kopen.
* Transport naar de Boerderij/Verwerkingsplek:
Na zijn ronde bracht de schillenboer de verzamelde schillen naar zijn eigen boerderij of naar een andere boer die het gebruikte voor varkensvoer. Daar werden de schillen vaak eerst nog gekookt om bacteriën te doden en de verteerbaarheid te verbeteren.
3. De Uitrusting en Werkcondities
De schillenboer had een eenvoudige, maar robuuste uitrusting:
* Grote Tonnen/Emmers:
Speciaal ontworpen om grote hoeveelheden natte, organische materialen te bevatten.
* Schep/Trekker:
Om de schillen uit de kleinere huishoudelijke emmers in de grote tonnen te scheppen.
* Sterk Voertuig:
Geschikt om zware, vieze ladingen te transporteren.
De werkomstandigheden waren onvermijdelijk vies, zwaar en geurrijk:
* Stank:
De rottende etensresten veroorzaakten een constante en doordringende stank, vooral op warme dagen. Dit maakte het beroep onaantrekkelijk voor velen.
* Fysiek Zwaar:
Het duwen of trekken van zware karren vol nat afval, en het constant tillen en legen van emmers, was fysiek uitputtend werk.
* Weersafhankelijk:
Zijn werk ging door bij elk weertype, wat de omstandigheden nog zwaarder maakte.
* Hygiëne:
Hoewel hij een hygiënische functie vervulde in de stad, was het beroep zelf niet hygiënisch door het directe contact met bederfelijke materialen.
4. Sociale Status en Imago
De schillenboer had doorgaans een lage sociale status.
* Het beroep werd vaak geassocieerd met armoede en het “vuile” werk.
* Desondanks was hij een bekende en soms gewaardeerde figuur in de arbeiderswijken. Hij verloste mensen van hun afval op een effectieve manier en droeg zo bij aan een schonere leefomgeving, al was het dan stankoverlast. Hij was een onderdeel van de lokale gemeenschap.
5. Het Einde van een Tijdperk
De neergang van het beroep van de schillenboer werd ingeluid door diverse maatschappelijke en technologische veranderingen in de 20e eeuw:
* Georganiseerde Afvalinzameling:
Vanaf de jaren ’50 en ’60 begonnen gemeenten met de systematische inzameling van huisvuil. Het scheiden van afval was nog geen gemeengoed, maar het huisvuil werd in ieder geval centraal opgehaald en verwerkt.
* Verbeterde Hygiëne en Wetgeving:
Strengere hygiëneregels en wetgeving met betrekking tot varkensvoeding (om ziekten zoals varkenspest te voorkomen) maakten het voeren van ongekookte etensresten steeds moeilijker en uiteindelijk verboden.
* Verstedelijking en Industriële Landbouw:
Kleinere varkensboeren verdwenen en de landbouw werd grootschaliger en professioneler. Het voeren van schillen werd onpraktisch en onrendabel.
* Veranderende Dieetgewoonten:
Mensen gingen minder koken met verse producten en kochten meer voorverpakte of bewerkte voeding, wat leidde tot ander soort afval.
* De Komst van de Koelkast:
Huishoudens konden voedselresten langer bewaren, waardoor de noodzaak om het direct kwijt te kunnen verminderde.
Rond de jaren ’70 was de schillenboer vrijwel uit het Nederlandse straatbeeld verdwenen.
6. De Erfenis van de Schillenboer
Hoewel de schillenboer als beroep verdwenen is, leeft zijn concept van afvalverwerking en hergebruik voort in moderne vormen:
* Groenafvalinzameling:
De hedendaagse gescheiden inzameling van GFT (Groente-, Fruit- en Tuinafval) is in feite een georganiseerde en hygiënische voortzetting van het principe van de schillenboer, nu gericht op compostering of vergisting.
* Circulaire Economie:
Het idee van de schillenboer sluit perfect aan bij de moderne concepten van de circulaire economie, waarin afval wordt gezien als een grondstof.
De schillenboer was een concrete belichaming van een tijd waarin mensen zuiniger waren, afval een directe waarde had en lokale uitwisseling vanzelfsprekend was. Hij was een stille, hardwerkende held van de vroege recycling, wiens roep en geur nog steeds deel uitmaken van de collectieve herinnering.